الدرس السابع — السكن + الضمائر الملكية + الماضي المستمر

images (17)

 

الدرس السابع — السكن + الضمائر الملكية + الماضي المستمر

في هذا الدرس سنتعرّف على مفردات السكن والمنازل، أثاث المنزل، كيفية استخدام الضمائر الملكية، وصياغة الماضي المستمر (Imperfectum)، مع حوارات وتمارين عملية.

1) مفردات السكن (Wonen en huizen)

العربية الهولندية مثال
البيت het huis Ik woon in een huis.
الشقة het appartement Ik woon in een appartement.
الغرفة de kamer Waar is jouw kamer?
المطبخ de keuken De keuken is groot.
الحمام de badkamer De badkamer is schoon.
الحديقة de tuin Wij hebben een tuin.
غرفة الجلوس de woonkamer We zitten in de woonkamer.
الطابق de verdieping Ik woon op de tweede verdieping.

2) أثاث المنزل (Meubels)

العربية الهولندية مثال
الطاولة de tafel De tafel staat in de woonkamer.
الكرسي de stoel Dit is mijn stoel.
السرير het bed Het bed is comfortabel.
الخزانة de kast De kast is vol.
المصباح de lamp De lamp is kapot.
النافذة het raam Het raam is open.
الباب de deur De deur is gesloten.

3) الضمائر الملكية (Bezittelijke voornaamwoorden)

الضمير الملكية مثال
ik mijn Dit is mijn huis.
jij/je jouw Waar is jouw kamer?
hij zijn Dat is zijn boek.
zij/ze haar Dit is haar stoel.
wij/we ons/onze Dit is onze tuin.
jullie jullie Waar is jullie huis?
zij/ze hun Hun appartement is groot.

4) الماضي المستمر (Imperfectum)

يُستخدم للتعبير عن أحداث وقعت في الماضي بشكل متكرر أو مطوّل. غالبًا يُضاف -de أو -te حسب الفعل.

  • Ik werkte gisteren tot laat. = عملت البارحة حتى وقت متأخر.
  • Zij speelde elke dag buiten. = كانت تلعب في الخارج كل يوم.
  • Wij woonden in Rotterdam. = كنّا نسكن في روتردام.

5) حوارات قصيرة

أ) في السكن

A: Waar woon jij?
B: Ik woon in een appartement in Utrecht.
A: Is jouw kamer groot?
B: Ja, mijn kamer is groot en heeft een raam.

ب) عن الماضي

A: Waar woonde je vroeger?
B: Ik woonde in Den Haag.
A: En werkte je daar ook?
B: Ja, ik werkte in een restaurant.

6) تمارين (Oefeningen)

  1. ترجم: « هذا بيتي. أين بيتك؟ »
  2. اكتب جملة عن أثاث المنزل مستخدمًا الملكية (مثال: mijn tafel).
  3. حوّل إلى الماضي: « Ik woon in Amsterdam. »
  4. اكتب سؤالًا باستخدام « jouw » و « zijn ».
  5. ترجم: « كنّا نعيش في مدينة صغيرة. »

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *

Retour en haut